Hans Faber

Foto: Patrick van Gemert

 

Waar gaat je boek over?

In De zondaar zint Vince van Zandt op revanche. Een slordigheid in een verhaal over een dubieuze advocaat dreigt dé misdaadverslaggever van De Stem van Nederland, de grootste krant van het land, zijn reputatie als schrijver van onthullende verhalen te kosten. Zeker als zijn nieuwbakken hoofdredacteur hem ten overstaan van collega’s als een baksteen laat vallen en pontificaal op de voorpagina rectificeert.

Vince is woedend. Na de pijnlijke misser is Vince bereid één bureaudienst te draaien. Niet om zijn hoofdredacteur tegemoet te komen, maar om de door bezuinigingen en ziektes geplaagde redactie te helpen. Tijdens die dienst wekt een kort ANP-bericht zijn aandacht: lichaam op Urker strand gevonden. Naast het lichaam zijn in het zand geschreven teksten gevonden. Misschien een verhaal waarmee Iris haar reputatie kan goedmaken, denkt Vince. Stomverbaasd is hij als hij niet later hoort dat ze zonder duidelijke reden van het onderwerp is gehaald.

Een paar dagen later komt er opnieuw een Urker om het leven. Ook die blijkt ouderling bij de Ornankerk, een van de strengste zwartekousenkerken van Urk. Als een onbekende blogger details publiceert die alleen de moordenaar kan weten, móet hij naar Urk, wat zijn hoofdredacteur daar ook van vindt.

In De zondaar komt Vince van Zandt terecht in een wereld die hij niet kent: de wereld van de orthodox gereformeerde kerk. Hun basis voor het leven is een Bijbel die in 1618 rechtstreeks uit het Hebreeuws, Grieks en Aramees werd vertaald en die zoveel mogelijk letterlijk moet worden genomen. Een kerk waar de deuren kerk niet wijd open staan, zeker niet de Urker kerk waar de omgekomen ouderlingen bij aangesloten zijn. De kerk en de dominee lijkt iets te verbergen te hebben.

In zijn onderzoek loopt Vince steeds achter de feiten aan. De moordenaar heeft zijn daden grondig voorbereid, lijkt net als de blogger met hem te spelen. Bij elke moord laat de dader een boodschap achter. Die verwijst naar de gruwelijke manier waarop zijn slachtoffers aan hun einde zijn gekomen, maar duiden ook op een motief. Alle boodschappen samen vormen het verhaal van de moordenaar. Om het verhaal te kunnen begrijpen, moet Vince zich verdiepen in het Oude Testament, de mores van Urk en het gesloten bastion van de streng gereformeerde Ornankerk.

 

Waarom koos je voor dit onderwerp/thema?

De zondaar is fictie, maar de basis voor het plot is een ware geschiedenis waarin een jongeman zich wilde losmaken van de kerk omdat hij zich niet meer in de strenge leer van de dominee kon vinden. De dominee weigerde hem uit te schrijven, vanuit de overtuiging dat het hiernamaals enkel was weggelegd voor leden van zijn gemeente en riep de gemeente tijdens de kerkdienst op om voor ‘de zondaar’ te bidden. Verstoten door zijn eigen gemeenschap ging hij een ongewisse toekomst tegemoet.

Het gebed:

Wij bidden U vanavond bijzonder voor […]. Nu hij U en het teken van Uw verbond de rug toekeert, wanneer hij zich van Uw verbond en woorden niets meer aantrekt. O God, wat verschrikkelijk. Kind van het verbond, kind dat het teken ontvangen heeft, kind van belofte – en dan zo… Wij bidden U dat gebeuren mag wat in de gelijkenis van de verloren zoon gebeurt, dat er bekering mag komen, berouw, terugkeer. Wilt U zich ontfermen, Here.

In de preek op eerste kerstdag smeekt de dominee Gods ontferming af over de zondaar (Ede, 25 december 1988).

Verliep het schrijfproces soepel en hoe lang heb je eraan gewerkt?

De eerste ideeën voor het boek kwamen tijdens de eerste lockdown in 2020. Tijdens mijn research stuitte ik op de geschiedenis van de jongeman uit Ede die uitgestoten werd en een map met documenten over die affaire. Toen wist ik dat het boek hierover moest gaan, alleen moest ik me nog verdiepen in de moeilijk te doorgronden wereld van de streng gereformeerden en in het al even ontoegankelijke Urk. Net als Vince een insider had die hem door het Oude Testament loodste had ik die. En ik had het grote voordeel een geboren en getogen Urker te kennen die me op sleeptouw nam.

Al met al heb ik er een jaar of drie aan gewerkt, twee periodes met fysiek ongemak omdat ik een band van mijn duim en het netvlies van een oog scheurde. Een deel van de Zondaar is dan ook met één hand en één oog geschreven. De Zondaar is er dus met bloed, zweet en tranen is gekomen.